Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], HEERE! [29]is Uw hand verhoogd, [30]zij zien het niet; [maar] [31]zij zullen het zien, en beschaamd worden, [32][vanwege] den ijver [over Uw] volk, ook zal [33]het vuur Uw wederpartijders verteren. 29. Dat is, al zijn uw grote daden en wonderwerken openbaar en ogenschijnlijk, zij merken het niet. 30. Te weten, uwe vijanden, de goddelozen. 31. Zij zullen het moeten merken, of zij willen of niet; namelijk als zij door uw grote straffen en tot hun uiterste verderf bevinden zullen hoe machtig Gij zijt om uwe vijanden te straffen. 32. Hebreeuws, vanwege den ijver des volks. De zin is: Zij zullen beschaamd staan als zij zullen zien den groten ijver, dien Gij betonen zult in het redden van uw volk uit de hand hunner vijanden. Anders: door den ijver van uw volk; [dat is, door den ijver, waarmede Gij over uw volk ontstoken zijt], ook door het vuur uwer vijanden, [dat is, door hetwelk Gij uwe vijanden haat] zult Gij hen verteren. Naar welke zin hier twee oorzaken worden aangewezen, die God hebben bewogen de goddelozen [van wie vs.10 gesproken is] te verdelgen: vooreerst de liefde, die Hij zijn volk toedraagt, ten andere den brand des toorns, waarmede Hij tegen zijne vijanden ontstoken is. 33. Van het woord vuur, voor den toorn en wraak Gods, zie Job 20:26, en Job 22:20.